Ik kan blijven zitten en wordt al erg groot. Het wordt tijd voor nieuw transport. (Ich kann sitzen bleiben und werde schon ziemlich Groß. Es wird Zeit für neue Transportmittel.)
Voor de auto. (Fürs Auto.)
Voor de fiets. (Fürs Fahrrad.)
Mirthe – Thorsten – Arno – Andrea
Ik kan blijven zitten en wordt al erg groot. Het wordt tijd voor nieuw transport. (Ich kann sitzen bleiben und werde schon ziemlich Groß. Es wird Zeit für neue Transportmittel.)
Voor de auto. (Fürs Auto.)
Voor de fiets. (Fürs Fahrrad.)